1. En ík zei:Verstoten ben ik van voor Uw ogen;toch zal ik opnieuw aanschouwenUw heilige tempel.
  2. Water omving mij, bedreigde mijn leven,de watervloed omving mij.Zeewier was om mijn hoofd gebonden.
  3. Naar de diepste gronden van de bergendaalde ik af in de aarde;haar grendels sloten zich voor eeuwig achter mij.Maar uit het verderf trok U mijn leven omhoog,HEERE, mijn God!
  1. Toen bad Jona tot de HEERE, zijn God, vanuit het binnenste van de vis.
  2. Hij zei:Ik riep uit mijn benauwdheid tot de HEEREen Hij antwoordde mij.Uit de schoot van het graf riep ik om hulp,U hoorde mijn stem.
  3. Want U wierp mij de diepte in, in het hart van de zeeën,een watervloed omringde mij;al Uw baren en Uw golvensloegen over mij heen.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.