1. Wat de jonge sprinkhaan overliet, at de veldsprinkhaan op;wat de veldsprinkhaan overliet, at de treksprinkhaan op;en wat de treksprinkhaan overliet, at de zwermsprinkhaan op.
  2. Ontwaak, dronkaards, en ween.Weeklaag, alle wijndrinkers,over de jonge wijn, want die is van uw mond weggenomen.
  3. Want een volk is tegen Mijn land opgetrokken,machtig en niet te tellen;zijn tanden zijn leeuwentanden,het heeft de hoektanden van een leeuwin.
  1. Het woord van de HEERE dat gekomen is tot Joël, de zoon van Pethuel.
  2. Hoor dit, oudsten,neem dit ter ore, alle inwoners van het land!Is dit gebeurd in uw dagenof in de dagen van uw vaderen?
  3. Vertel erover aan uw kinderenen laten uw kinderen erover aan hun kinderen vertellenen hun kinderen weer aan de volgende generatie.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.