1. Ja, jíj doet de vreze Gods teniet,en neemt het gebed voor het aangezicht van God weg.
  2. Want je eigen mond geeft je ongerechtigheid te kennen,je hebt de tong van de sluwen gekozen.
  3. Je eigen mond verklaart je schuldig, en niet ik;je lippen getuigen tegen je.
  1. Toen antwoordde Elifaz, de Temaniet, en zei:
  2. Zal een wijze antwoorden met wetenschap die als wind is?Zal hij zijn buik vullen met oostenwind?
  3. Bestraft hij met woorden die nutteloos zijn,en met uitspraken waarvan hij geen voordeel heeft?
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.