1. Het gebeurde in het negende jaar van zijn regering, in de tiende maand, op de tiende van de maand, dat Nebukadrezar, de koning van Babel, naar Jeruzalem kwam, hij en heel zijn leger. Zij belegerden de stad en bouwden er rondom schansen tegenaan.
  2. Zo werd de stad belegerd tot het elfde jaar van koning Zedekia.
  3. In de vierde maand, op de negende van de maand, toen de hongersnood in de stad zo sterk geworden was dat de bevolking van het land geen brood meer had,
  1. Zedekia was eenentwintig jaar oud, toen hij koning werd. Elf jaar regeerde hij in Jeruzalem. De naam van zijn moeder was Hamutal, de dochter van Jeremia, uit Libna.
  2. Hij deed wat slecht was in de ogen van de HEERE, overeenkomstig alles wat Jojakim gedaan had.
  3. Want het gebeurde vanwege de toorn van de HEERE tegen Jeruzalem en Juda dat Hij hen verwierp van voor Zijn aangezicht. En Zedekia kwam in opstand tegen de koning van Babel.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.