1. Maar Petrus begon het hun in goede orde uiteen te zetten en zei:
  2. Ik was in de stad Joppe aan het bidden en zag in geestvervoering een visioen: een bepaald voorwerp daalde neer, dat leek op een groot linnen laken, dat aan de vier hoeken neergelaten werd uit de hemel, en het kwam tot dicht bij mij.
  3. En toen ik hierop mijn ogen gericht hield en het aandachtig bekeek, zag ik de viervoetige dieren van de aarde, en de wilde en de kruipende dieren, en de vogels in de lucht.
  1. De apostelen en de broeders die in Judea waren, hoorden dat ook de heidenen het Woord van God aangenomen hadden.
  2. En toen Petrus naar Jeruzalem gegaan was, bestreden zij die van de besnijdenis waren, hem
  3. en zeiden: U bent binnengegaan bij mannen die onbesneden zijn, en u hebt met hen gegeten.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.