1. Zie, zijn ziel is hoogmoedig,niet oprecht in hem,maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.
  2. En ook omdat hij trouweloos handelt bij de wijn,en een trots man is, maar hij zal niet slagen;hij die zijn keel wijd openspert als het graf,en net als de dood is, die niet verzadigd wordt,hij die alle heidenvolken bij zich verzameld heeft,en alle volken bij zich bijeengebracht heeft.
  3. Zullen dan die allen niet een spreuk en een spotlied, vol raadsels, over hem aanheffen?Men zal zeggen:Wee hem die vermeerdert wat niet van hem is– hoelang nog? – die gepand goed op zich laadt!
  1. Ik ging op mijn wachtpost staan,nam mijn plaats in op de vestingwal,en keek uit om te zien wat Hij in mij spreken zouen wat ik antwoorden zou op mijn aanklacht.
  2. Toen antwoordde de HEERE mij en zei:Schrijf het visioen op,grif het duidelijk in tafelen,zodat het in het snel voorbijlopen te lezen is.
  3. Voorzeker, het visioen wacht nog op de vastgestelde tijd,aan het einde zal Hij het werkelijkheid maken. Hij liegt niet.Als Hij uitblijft, verwacht Hem,want Hij komt zeker, Hij zal niet wegblijven.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.