1. de nakomelingen van Sefatja: driehonderdtweeënzeventig;
  2. de nakomelingen van Arach: zevenhonderdvijfenzeventig;
  3. de nakomelingen van Pahat-Moab, van de nakomelingen van Jesua en Joab: tweeduizend achthonderdtwaalf;
  1. Dit zijn de bewoners van het gewest die optrokken uit de gevangenschap van de ballingen die Nebukadnezar, de koning van Babel, in ballingschap had gevoerd naar Babel, en die terugkeerden naar Jeruzalem en naar Juda, ieder naar zijn eigen stad,
  2. die meekwamen met Zerubbabel, Jesua, Nehemia, Seraja, Reëlaja, Mordechai, Bilsan, Mispar, Bigvai, Rehum en Baëna.Dit is het aantal mannen van het volk Israël:
  3. de nakomelingen van Paros: tweeduizend honderdtweeënzeventig;
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.