1. Op de bergen van Israël zult u vallen, u en al uw troepen, en de volken die met u zijn. Ik heb u aan allerlei soorten roofvogels en aan de dieren van het veld tot voedsel gegeven.
  2. Op het open veld zult u vallen, want Ík heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE.
  3. Ik zal vuur zenden in Magog en onder hen die onbezorgd de kustlanden bewonen. Dan zullen zij weten dat Ik de HEERE ben.
  1. En u, mensenkind, profeteer tegen Gog, en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zál u, Gog, oppervorst van Mesech en Tubal!
  2. Ik zal u omkeren, u meeslepen, u doen optrekken uit het uiterste noorden en u op de bergen van Israël brengen,
  3. maar Ik zal uw boog uit uw linkerhand slaan, en uw pijlen uit uw rechterhand doen vallen.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.