1. Uw grenzen liggen in het hart van de zeeën.Zij die u bouwden, maakten uw schoonheid volkomen.
  2. Van cipressen uit Senir bouwden zij al uw scheepsvloeren,ceders uit Libanon namen zij om masten voor u te maken.
  3. Van eiken van Basan maakten zij uw roeiriemen,uw planken maakten zij van ivoor,ingelegd in cipressenhout,uit de kustlanden van de Kittiërs.
  1. Het woord van de HEERE kwam tot mij:
  2. En u, mensenkind, hef een klaaglied aan over Tyrus,
  3. en zeg tegen Tyrus, dat zetelt bij de toegangen naar de zee, dat met de volken handeldrijft in veel kustlanden: Zo zegt de Heere HEERE:Tyrus, ú hebt gezegd:Ik ben volmaakt in schoonheid.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.