1. De kleren die u droeg zijn niet versleten en uw voet raakte niet opgezwollen in deze veertig jaar.
  2. Weet dan in uw hart dat de HEERE, uw God, u gehoorzaamheid bijbrengt zoals een man zijn zoon gehoorzaamheid bijbrengt,
  3. en neem de geboden van de HEERE, uw God, in acht door in Zijn wegen te gaan en door Hem te vrezen.
  1. U moet alle geboden die ik u heden gebied, nauwlettend in acht nemen, opdat u leeft, talrijk wordt en het land dat de HEERE uw vaderen onder ede beloofd heeft, binnengaat en in bezit neemt.
  2. Ook moet u heel de weg in gedachten houden waarop de HEERE, uw God, u deze veertig jaar in de woestijn geleid heeft, opdat Hij u zou verootmoedigen, en u op de proef zou stellen om te weten wat er in uw hart was, of u Zijn geboden in acht zou nemen of niet.
  3. Hij verootmoedigde u, Hij liet u hongerlijden en Hij liet u het manna eten, dat u niet kende en ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te laten weten dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond van de HEERE komt.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.