1. Dit zijn de dieren die u eten mag: het rund, het schaap, de geit,
  2. het hert, de gazelle, de reebok, de steenbok, de spiesbok, de antilope en de gems.
  3. Alle dieren die gespleten hoeven hebben, waarvan de hoef in tweeën gespleten is, en die bovendien bij de dieren horen die herkauwen, mag u eten.
  1. U bent kinderen van de HEERE, uw God. U mag uw lichaam vanwege een dode niet kerven of een kale plek maken tussen uw ogen.
  2. Want u bent een heilig volk voor de HEERE, uw God. De HEERE heeft ú uit alle volken die op de aardbodem zijn, uitgekozen om voor Hem een volk te zijn dat Zijn persoonlijk eigendom is.
  3. U mag niets eten wat een gruwel is.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.