1. nadat hij Sihon, de koning van de Amorieten, die in Hesbon woonde, en Og, de koning van Basan, die in Astharoth woonde, in Edreï verslagen had.
  2. Aan deze zijde van de Jordaan, in het land Moab, begon Mozes deze wet als volgt uit te leggen:
  3. De HEERE, onze God, heeft tot ons gesproken bij de Horeb: U bent lang genoeg bij deze berg gebleven.
  1. Dit zijn de woorden die Mozes tot heel Israël gesproken heeft, aan deze zijde van de Jordaan, in de woestijn, op de Vlakte tegenover Suf, tussen Paran enerzijds en Tofel, Laban, Hazeroth en Dizahab anderzijds.
  2. Vanaf de Horeb in de richting van het Seïrgebergte, tot aan Kades-Barnea, is het elf dagen reizen.
  3. Het gebeurde in het veertigste jaar, in de elfde maand, op de eerste dag van de maand, dat Mozes tot de Israëlieten sprak, overeenkomstig alles wat de HEERE hem voor hen geboden had,
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.