1. Zij dronken wijn en prezen hun goden van goud, zilver, koper, ijzer, hout en steen.
  2. Op hetzelfde ogenblik kwamen er vingers van een mensenhand tevoorschijn, die op het pleisterwerk van de wand van het koninklijk paleis schreven, tegenover de kandelaar, en de koning zag het gedeelte van de hand die schreef.
  3. Toen veranderde de gelaatskleur van de koning, zijn gedachten verschrikten hem, zijn heupgewrichten verslapten en zijn knieën knikten.
  1. Koning Belsazar richtte een groot feestmaal aan voor zijn duizend machthebbers, en in tegenwoordigheid van die duizend dronk hij wijn.
  2. Onder invloed van de wijn beval Belsazar dat men de gouden en zilveren voorwerpen moest halen die zijn vader Nebukadnezar had weggehaald uit de tempel in Jeruzalem, opdat de koning, zijn machthebbers, zijn vrouwen en bijvrouwen eruit zouden drinken.
  3. Toen haalde men de gouden voorwerpen die men uit de tempel, het huis van God, in Jeruzalem had weggehaald, en de koning, zijn machthebbers, zijn vrouwen en bijvrouwen dronken eruit.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.