1. En toen ze haar in het midden hadden doen staan, zeiden zij tegen Hem: Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt bij het plegen van overspel.
  2. In de wet nu heeft Mozes ons geboden zulke vrouwen te stenigen; U dan, wat zegt U?
  3. En dit zeiden zij om Hem te verzoeken, opdat zij iets hadden om Hem aan te klagen. Maar Jezus bukte en schreef met de vinger in de aarde.
  1. Jezus echter ging naar de Olijfberg.
  2. En 's morgens vroeg kwam Hij opnieuw in de tempel en al het volk kwam naar Hem toe; en Hij ging zitten en onderwees hen.
  3. En de schriftgeleerden en de Farizeeën brachten een vrouw bij Hem die op overspel betrapt was.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.