1. De boog van de sterken is gebroken,maar zij die struikelden, zijn met kracht omgord.
  2. Zij die verzadigd waren, hebben zich om brood verhuurd,maar zij die hongerig waren, zijn het niet meer.Zelfs de onvruchtbare heeft er zeven gebaard,maar zij die veel kinderen had, is verkommerd.
  3. De HEERE doodt en maakt levend,Hij doet in het graf neerdalen en Hij doet daaruit opkomen.
  1. Toen bad Hanna en zei:Mijn hart springt op van vreugde in de HEERE,mijn hoorn is opgeheven in de HEERE;mijn mond is wijd open tegen mijn vijanden,want ik verheug mij in Uw heil.
  2. Er is niemand zo heilig als de HEERE,want er is niemand buiten U,en er is geen rotssteen als onze God.
  3. Spreek toch niet steeds zo bijzonder hoogmoedig,en laat niets hooghartigs uit uw mond gaan;want de HEERE is een alwetend God,en Zijn daden zijn recht.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.