1. Toen de koningin van Sjeba alle wijsheid van Salomo zag, en het huis dat hij had gebouwd,
  2. het voedsel op zijn tafel, hoe zijn dienaren aanzaten, hoe zijn bedienden klaarstonden, hun kleding, zijn schenkers, zijn brandoffers, die hij bracht in het huis van de HEERE, was zij buiten zichzelf.
  3. Zij zei tegen de koning: Het was de waarheid, wat ik in mijn land over uw woorden en over uw wijsheid gehoord heb.
  1. Toen de koningin van Sjeba het gerucht over Salomo in verband met de Naam van de HEERE hoorde, kwam zij om hem met raadsels op de proef te stellen.
  2. Zij kwam naar Jeruzalem met een zeer groot gevolg, met kamelen, beladen met specerijen, met zeer veel goud, en met edelstenen. Zij kwam bij Salomo en sprak tot hem over alles wat zij op haar hart had.
  3. En Salomo verklaarde haar al haar vragen. Geen ding was voor de koning verborgen dat hij haar niet kon verklaren.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.