1. Maar deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat, wanneer de tijd komt, u zich herinnert dat Ik ze u gezegd heb; maar deze dingen heb Ik u van het begin af niet gezegd, omdat Ik bij u was.
  2. En nu ga Ik heen naar Hem Die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat U heen?
  3. Maar omdat Ik deze dingen tot u gesproken heb, heeft de droefheid uw hart vervuld.
  1. Dit heb Ik tot u gesproken, opdat u niet struikelt.
  2. Ze zullen u uit de synagoge werpen; ja, de tijd komt dat ieder die u doodt, denkt God een dienst te bewijzen.
  3. En deze dingen zullen zij u doen, omdat zij de Vader niet gekend hebben en Mij ook niet.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.