1. Toen zei een van Zijn discipelen, Judas Iskariot, de zoon van Simon, die Hem verraden zou:
  2. Waarom is deze zalf niet voor driehonderd penningen verkocht en aan de armen gegeven?
  3. En dit zei hij niet omdat hij zich bekommerde om de armen, maar omdat hij een dief was, en de beurs beheerde en droeg wat gegeven werd.
  1. Jezus dan kwam zes dagen voor het Pascha in Bethaniƫ, waar Lazarus was, die gestorven was maar die Hij uit de doden opgewekt had.
  2. Zij nu bereidden daar een maaltijd voor Hem, en Martha bediende; en Lazarus was een van hen die met Hem aanlagen.
  3. Maria dan nam een pond zuivere narduszalf van zeer grote waarde, zalfde de voeten van Jezus en droogde Zijn voeten met haar haren af; en het huis werd vervuld met de geur van de zalf.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.